The right to the city is far more than the individual liberty to access urban resources: it is a right to change ourselves by changing the city. It is, moreover, a common rather than an individual right since this transformation inevitably depends upon the exercise of a collective power to reshape the processes of urbanization. The freedom to make and remake our cities and ourselves is, I want to argue, one of the most precious yet most neglected of our human rights.”
- David Harvey, The Right to the City
Modernistisch erfgoed en herwaardering
Een centrale veronderstelling van de biënnale is dat het modernistische erfgoed niet los kan worden gezien van het gegroeide sociale weefsel in de wijken. In zowel Arnhem als Nijmegen is architectuur uit de jaren ‘50 en ‘60 beeldbepalend. Het modernisme vierde in deze jaren hoogtij en heeft zijn invloed gehad op de wijze waarop de wederopbouwwijken na de Tweede Wereldoorlog bewoond werden en bewoonbaar werden gemaakt. Het sociale weefsel wordt tot op de dag van vandaag nog beïnvloedt door deze ontwikkelingen. De biënnale kan dan ook gezien worden als een pleidooi voor de herwaardering van de modernistische wederopbouwwijken.
De Wederopbouw, grondlegger van een microkosmos
De programmadelen van de biënnale ontvouwen zich, behalve in de stadscentra van de wederopbouw, vooral in de wijken Hatert/ Dukenburg in Nijmegen en Presikhaaf in Arnhem, grotendeels gebouwd tussen 1945 en 1965. Anno 2022 zijn dit kosmopolitische wijken, waar de hele wereld samenkomt. In Presikhaaf wonen inmiddels 16.000 mensen die geboren zijn in 120 verschillende landen, wat een bijzondere dynamiek creëert. Hatert geeft met 10.210 bewoners en tientallen verschillende nationaliteiten weliswaar geen identiek, maar toch een soortgelijk beeld. In de wederopbouwwijken is – net als in veel van dat soort wijken elders – een bijzondere microkosmos van culturele vermenging ontstaan, met eigen noties van geëngageerd burgerschap en een bijzondere sociale cohesie.
Vergeten geschiedenissen en zeggenschap
P1 legt samen met makers en gemeenschappen uit Nijmegen en Arnhem vergeten gemeenschappelijke geschiedenissen bloot die schuren met het negatieve imago van het naoorlogse modernisme. Tegelijk reageren we op actuele processen van gentrificatie, sloop en stedelijke herstructurering, waarbinnen de bestaande gemeenschappen vaak te weinig inspraak hebben. Bewoners mogen soms mee praten, maar mogen niet meebeslissen over hun eigen leefomgeving. P1 gebruikt de biënnale als voertuig om aan te haken bij lopende processen van stedelijke ontwikkeling in Arnhem en Nijmegen (beter gezegd: het komt eruit voort). P1 draait het topdown modernistische designparadigma om (het idee van de maakbare samenleving) en stelt een ontwerpproces voor waarbij de urgenties gearticuleerd door de reeds gewortelde gemeenschappen serieus worden genomen en zichtbaar worden gemaakt. In de Biënnale Gelderland uit zich dit onder meer door de intensieve betrokkenheid van junior-curatoren die een eerder onderzoek naar wie bepaalt wat erfgoed is voortzetten. P1 maakt zorgvuldige keuzes om samen te werken met kunstenaars die door hun werk of achtergrond verbonden zijn met de regio.
P1 voelt zich geestesverwant aan Sonsbeek 20→24 en de 12e Berlin Biennale, echter met een radicalere houding: P1 maakt de kennis van lokale gemeenschappen het uitgangspunt van de programmering.
De toekomst
Het digitaal platform en het uitzicht op een blijvende uitvalsbasis in Arnhem Presikhaaf bieden mogelijkheden om belangrijke thema’s blijvend te agenderen. Podcasts en liveradio, onderzoek en interviews, poëtische reflecties, documentatie van artistieke interventies krijgen een plaats op het digitaal platform dat het fundament, een soort ‘hub’ van globale kennisuitwisseling, vormt voor activiteiten op de korte en lange termijn. Het digitaal platform wordt ontwikkeld met een gevoeligheid voor het hyperlokale én hyperinternationale karakter van ons groeiend netwerk aan bondgenoten, bestaande uit bewoners, onderzoekers, architecten, stedenbouwkundigen en kunstenaars.