SMET's hergebruik van alledaagse (productie)materialen vertaalt gesitueerde verhalen naar toegankelijke concepten. Hun engagement met (self)publishing en ruimtelijke interventies resulteren in een multidisciplinaire aanpak, die theorie omzet in actie.
Met hun eerste project, getiteld Shelter In Place in opdracht van Hotel Maria Kapel (2020), begonnen ze hun onderzoek naar de kraakgeschiedenis, DIY-culturen en ideeën die bestaan en gedijen in de marge, of zoals Fred Moten het noemt "de niet-tussenruimte". Dit zijn ideeën die floreren, niet vanwege hun zichtbaarheid of institutionele erkenning, maar omdat ze uit het zicht gebeuren, voortkomend uit urgenties. De ecologie van grassroots initiatieven blijkt vaak een levensader voor verschillende, achtergestelde gemeenschappen, en tevens een (levend) archief van kennis uit heden en verleden. Het zorgzaam en zorgvuldig aanboren van de bronnen van verzet, het kanaliseren van deze acties naar hedendaagse inspiraties, kenmerkt het werk van SMET.
Shelter in Place
Shelter In Place onderzocht de verschillende aspecten van onderdak in Hoorn. SMET creëerde een mobiele, alternatieve 'toeristische' infostand die verborgen geschiedenissen, (his)stories), verzamelde. Bij de voorbereiding en ontwikkeling hiervan gingen ze in gesprek met verschillende, lokale gemeenschappen en zetten ze een reeks creatieve workshops op om te borgen dat lokale zorgen en kleine geschiedenissen onderdeel van het werk werden. Deze workshops was voor de deelnemers (van verschillende leeftijden en vaak uit de arbeidersklasse) vaak ook een eerste kennismaking met een institutionele kunstruimte (Hotel Maria Kapel). SMET bracht hun infostand en onderzoek samen in een ruimtelijke installatie, waarvan de esthetiek geïnspireerd was op verschillende technieken voor het bouwen van schuilplaatsen, voor de groepstentoonstelling Missing Homes.
Bijlmer
Voor het Black Archives Bijlmer project DSGN-IN – in hun briefing een dekoloniale ontwerponderzoek naar inclusieve gebiedsontwikkeling en dekoloniale architectuur voor Amsterdam Zuidoost – koos SMET ervoor om de impliciete vraag naar een ontwerpoplossing, die vaak de richting is van het denken over ontwerpoplossingen, te weigeren. Hoe zouden we anders kunnen denken over de Bijlmer, als een buurt met veel, maar niet erkende, bronnen en plekken van ontwikkeling? Hun onderzoek richtte zich op de stemmen en erfenissen van vroegere en huidige actoren die op verschillende manieren vochten voor het bestaan van hun gemeenschap. Met hun project The Not-In Between Space stelde SMET voor om de openbare ruimte (tijdelijk) te kraken met lokale kinderen en een queer art-collectief als co-creatoren. Hiermee wilden zij de zeggenschap van lokale gemeenschappen centraal stellen en het potentieel van de veelal ongebruikte, openbare ruimte en landschappen van de Bijlmer te benadrukken. SMET stond moedig voor de noodzaak om de geschiedenis van de Bijlmermeer te versterken om haar bewoners met deze activiteiten te inspireren.
What About The Real Audience?
Voor Biënnale Gelderland 2022 wil SMET, onvermoeibaar en massaal, linkse kennis ontvouwen en uitdragen, het 'publiek' bevolken en andere politieke verbeeldingen mogelijk maken dan de huidige neoliberale marktideologie. Vanuit deze denkbeelden, weigeringen en alternatieve utopieën kunnen gemeenschappen verschillende instrumenten opbouwen (of doen dat al), terwijl ze proberen onderdrukking tegen te gaan in het kielzog van de strijd om het recht op de stad.
Nijmegen
Twee impactvolle gebeurtenissen in de geschiedenis van Nijmegen zijn onwaarschijnlijk met elkaar verbonden: Het 'eigen vuur' bombardement aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, dat littekens op de stad achterliet, en de Pierson-rellen, de meest gewelddadige kraakontruiming in de Nederlandse geschiedenis. Nijmegen werd na de oorlog geconfronteerd met een groeiende bevolking, gelijktijdig met een enorme woningnood. De prioriteit van de stad lag bij het (her)bouwen van nieuwe woningen voor haar burgers, in weerklank van de landelijke eisen. De nieuwe stadsplanning liet een vacuüm achter in de wijken rond het stadscentrum, zoals Bottendaal en Nijmegen-Oost, waardoor de littekens werden verergerd. De verpaupering van deze wijken werd een vruchtbare bodem voor actiecomités van bewoners en krakers, die sloop wisten te stoppen en betere en veilige huizen eisten. Nijmegen werd naast Amsterdam de hoofdkraakstad van Nederland. Het huidige (voort)bestaan van een rijk (cultureel) netwerk in Nijmegen is de oogst van dit werk.
Kraken
Wanneer je onderzoek doet naar de Nederlandse openbare ruimte, architectuur, verstedelijking en gentrificatieprocessen is het moeilijk om de (historische) rol van kraken te negeren. De verschillende bewegingen eigenen zich de ruimte toe als zowel een teken van zelfbestemming als een tactiek om de problemen (en mogelijke antwoorden) van de huizencrisis, scheve eigendomsstructuren, asymmetrische stadsvernieuwing en de vermarkting van de openbare ruimte aan te pakken. Door de eisen van krakers wordt de uitsluiting van veel sociale groepen van de stadskern bevochten en op die wijze worden niet-commerciële en zelfbeheerde diensten, woningen, sociale ontmoetingsplaatsen en mogelijkheden voor politieke mobilisatie gerealiseerd. Dit sluit fundamenteel aan bij Lefebvre’s zorg over het recht op de stad: de strijd om de stad te bewonen, toe te eigenen en te herscheppen. Deze verworvenheden van zelforganisatie, toe-eigening en collectiviteit zijn een inspiratie voor toekomstige generaties, vooral in tijden van hyperindividualisme, verminderde toegang tot de openbare ruimte en de aanhoudende (kunstmatige) woningnood.
Activating the Archive
SMET beperkt zijn onderzoek en interventies niet tot de kraakbeweging, hoewel het een rode draad lijkt te zijn geworden in hun oeuvre. Feministische herstories, Afrikaanse en Aziatische diaspora, jeugdsubculturen en queer culturen zijn onderwerpen van (belichaamde) interesse, die figureren in hun bijdrage aan de Biënnale Gelderland 2022.
Het Archief toont visueel de onderzoeksprocessen en -resultaten van SMET. SMET onderzocht andere ecologieën van kennis binnen de gemeente Nijmegen en daarbuiten. Tijdens hun residentieperiode hebben ze (verborgen) (her)stories verzameld, uitmondend in een archief die intrinsiek meerstemmig is. Ze beschouwen het archief als een collectief platform van samenwerking, een van vele knooppunten en een plek om ontmoetingen te faciliteren. Kunstenaars zijn uitgenodigd om het archief te activeren en aan te snijden vanuit hun verschillende praktijken, van performances tot kunstpublicaties, tatoeages, graffitimuurschilderingen en video- en geluidsexperimenten. Het archief wordt dus niet gezien als een statische entiteit, maar als een werk in uitvoering – met een open einde.